Gesprek met Petra Wubs

Na even wat zoeken en slingeren door de rivierenbuurt, kom ik op deze grijze januarimorgen uiteindelijk aan bij het huis aan de Linge, waar ik een afspraak heb met Petra. Ik word hartelijk ontvangen en als ik de woonkamer binnen kom, valt me meteen de achtertuin op, met de stenen muurtjes en pilaren: daartussen de pergola waaraan vrolijke gekleurde decoratieve vissen de winterdracht van de tuin wat kleur geven. 

We gaan gezellig aan de grote eettafel in de open keuken zitten, waarbij ik zowel zicht heb op de achtertuin als naar buiten in de straat.

Met een mok koffie en een kop thee tussen ons in zitten we daar en babbelen we wat over koetjes en kalfjes. Als het even stil is, vraag ik: “Zullen we dan maar?..... en tsja, dan heb ik meteen een vraag die wel binnen kan komen: Wie is Petra? … hoe omschrijf jij jezelf?”

“Oooo, dat gaat lang duren…” lacht Petra. Ze denkt na. 
“….. ik ben enthousiast voor veel dingen, creatief, nieuwsgierig, ik wil graag dingen onderzoeken, ik ben een doorzetter: ik ga er 100% voor. En ik ben hoog-sensitief. 
De andere kant is dat ik mezelf vaak voorbij loop – ik wil meer dan ik kan. Ik ben gauw overprikkeld en het doorzetten werkt soms tegen mij. 
Ik ben een krachtige Petra (die ben ik natuurlijk het liefst) en een zwakke (die me terug werpt i.v.m. mijn fysieke beperkingen;  ik heb  vaak last van mijn hoofd, nek, en gezicht waardoor ik me vaak niet kan concentreren op gesprekken en niet veel prikkels kan verwerken. En verder heb ik vaak last van mijn rug en bekken en  van mijn linkerknie en been.“

Hoe zien anderen jou?

“Positief, humorvol, als een doorzetter, als iemand die  goed verbanden kan leggen.” Vrienden zeggen wel eens, dat ze respect voor me hebben, omdat ik ondanks dat het leven niet altijd gemakkelijk is, toch positief kan blijven, al zit het in kleine dingen  en is het vaak met een dosis zelfspot/humor.”

Hoe ben je bij Het Venster terechtgekomen?

“Door berichtjes in de krant, o.a. over een workshop Klank en Boventonen o.l.v. Ton Ezendam. Ik kwam er dus wel doordeweeks, maar niet op zondag. Dat heeft wel even geduurd. Totdat Agnes me vijf jaar geleden uiteindelijk zover kreeg om ook eens op zondag te gaan kijken. Dat deed ik dus en dat voelde meteen goed.”

Kun je iets vertellen over het gezin waar je uitkomt, en ook over jouw eigen gezin?

“Ik ben geboren in 1960 in een dorp in Groningen. Ik kom uit een ondernemersgezin: mijn vader had een kapperszaak met tabak en parfumerie en mijn moeder werkte daar hard in mee. Ik ben de oudste van drie kinderen en ik heb twee jongere broers. In ons gezin stond prestige voorop:  de buitenkant was ontzettend belangrijk! Ik zat perfect in de kleren, had pianoles, balletles en deed erg mijn best op school. Ik legde de lat voor mezelf erg hoog, Het moest altijd goed, en ik wilde altijd de beste zijn. Later kwam ik er achter dat leren een proces was, maar bij mij moest het altijd van onbewust onbekwaam naar onbewust bekwaam en de stappen bewust onbekwaam en onbewust bekwaam sloeg ik over. Dit had ik niet geleerd.
Toen ik zestien jaar was, werd mijn vader ziek - tien jaar later overleed hij. Toen is er veel veranderd. Ik voelde me al jong verantwoordelijk en hielp mee in het bedrijf. Inmiddels sta ik wel wat anders tegenover verantwoordelijkheid en verwachtingen, vergeleken met toen.  In mijn coachpraktijk, later, haalde ik soms van alles uit de kast om iemand te helpen, terwijl de cliënt zijn eigen verantwoording niet nam en ik trok soms aan een dood paard. Sinds ik dat inzicht heb gekregen, kan ik veel beter de problemen  bij de ander laten en voor mijn eigen leven de verantwoording nemen. 
Mijn eigen gezin: ik ben bijna zevenendertig jaar getrouwd met Roelof en we hebben twee volwassen zonen. Mijn moeder leeft overigens nog: ze woont in Groningen, is vierentachtig jaar en helder! Mijn band met haar… ja, die ervaar ik niet als geweldig… Ik zou graag een dieper contact met haar willen voelen en meer van haar willen weten,  De gesprekken gaan vaak over koetjes en kalfjes en ik ervaar ze als oppervlakkig. Gesprekken over mij,  hoe ik bepaalde dingen heb ervaren, worden als bedreigend ervaren en dat vind ik jammer. Ik leer steeds meer, dit te accepteren.”

Kun je iets vertellen over je werk?

“Nadat ik van school kwam,  ging ik meteen in het bedrijf van mijn vader meehelpen. 
Toen ik in 1982 met Roelof trouwde, gingen we vanwege diens werk in de Harz (Dtsl.) wonen, voor vier jaar. Toen we terugkeerden naar Nederland, kwamen we terecht in Veenendaal, waar we samen in de horeca van theater de Lampegiet gingen werken. Dat was altijd flink aanpoten. Na tien jaar kreeg ik een burn-out. In 1996 werd ik helaas afgekeurd.  Na die tijd ging ik me bezig houden met NLP, familie-opstellingen, lichaamsgericht traumawerk  en vele andere methodieken waarin ik mij persoonlijk kon ontwikkelen  en startte na een aantal jaren uiteindelijk een eigen coachpraktijk in 2011 omdat ik vond dat ik veel te geven had.  Dat leverde me veel persoonlijke ontwikkeling op, maar te weinig inkomsten. Na 7 jaar stopte ik daar mee (vorig jaar). Het frustreert me soms wel: ik heb zoveel kwaliteiten, ik ben enthousiast en wil er voor de volle 100% voor gaan maar mijn lijf zegt dan ‘Ho!’….. tsja, dat is toch wel een rode draad in mijn leven.”

In welke vorm ben je betrokken bij Het Venster?

“Ik doe er vrijwilligerswerk. Al een tijdje schrijf ik de kaarten voor de jarigen, samen met Anke van der Werf. Ik zit ook in de bloemencommissie en verzorg met Agnes, Frowa en Nanda, de bloemen op de zondag. Sinds vorig jaar maak ik ook deel uit van het bestuur, aanvankelijk als penningmeester, maar nu als secretaris. Ik doe het graag. Over het algemeen vind ik het leuk werk, vooral in het contact met de leden. Maar soms vraag ik me wel af: kan ik het wel? Want er zijn ochtenden waarop ik opsta en merk dat alles me teveel is en ik niet kan functioneren zoals ik wil. Dan bekruipt me de angst wel eens of ik het allemaal wel waar kan maken.”

Wat doe je voor je ontspanning?

“Wandelen, zwemmen, intuïtief schilderen en zingen. En af en toe een workshop volgen in persoonlijke ontwikkeling. Ik krijg het meeste energie van creatief bezig zijn, met name schilderen.” 
Petra loopt naar de woonkamer en komt terug met een schildering in pastel: een engel in prachtige zachte tinten. We kijken er stil naar. Petra vertelt iets over haar intuïtieve manier van werken en vraagt dan of ik na afloop even op zolder wil komen kijken naar haar schilderwerk. Natuurlijk wil ik dat! Maar eerst stel ik Petra eerst nog wat vragen, o.a.: 

Wat vind jij belangrijk in het leven?

“Communicatie! Dat vind ik heel belangrijk. Het respect hebben voor elkaar in het contact, op zoek gaan naar de verbinding. Ik volgde een workshop ‘Geweldloze/verbindende communicatie’ en dat is soms een hele uitdaging voor mij,  omdat communiceren als erg onveilig kan worden ervaren, als ik geen verbinding voel. b.v als iemand erg dominant is of er komt een discussie op gang. dan ga ik letterlijk weg van mezelf.”  

Als iemand jou vraagt wat Het Venster nou precies is, wat geef jij dan als antwoord?

“Een ruimte voor bezinning en bezieling, precies zoals dat benoemd is. Een plaats waar mensen inspiratie bij elkaar opdoen en waar ruimte is voor geloof en ongeloof. Iedereen mag zijn wie hij/zij is. Voor mij is het een plek waar ik me verder kan ontwikkelen als mens  in contact met de ander. , o.a. in mijn taken als vrijwilliger.”

Hoe zie jij de toekomst van Het Venster?

“Optimistisch. Ik merk dat we wat meer in beweging zijn dan een paar jaar geleden, zoals nu met de recreatiemiddagen, de moederaardegroep, die weer nieuw leven ingeblazen is, de contactochtenden en het komend inspiratieweekend. Ik heb het gevoel dat we een goede kant op gaan! Het Venster laat zich steeds meer zien op sociale media, zoals Facebook. Een enthousiaste groep zet zich in om het Venster steeds beter op de kaart te zetten. Het enthousiasme waarmee dat nu gebeurt, moet een keer zijn vruchten af gaan werpen, dat kan volgens mij niet anders. Of het ledenaantal dan weer gaat groeien, weet ik niet; veel mensen willen zich vaak niet binden. Maar er zijn ook andere manieren om mensen binnen te krijgen, waardoor het Venster weer kan bloeien en mogelijk gaan de beoekers zich op termijn toch met ons verbinden. “

Ik bedank Petra voor dit gesprek. Maar voordat ik vertrek, ga ik - zoals beloofd -nog even mee naar de zolder, waar Petra bescheiden, maar toch ook enthousiast, haar kleurrijke schilderijen laat zien en haar ontwikkeling daarin. Heel bijzonder om dit te mogen aanschouwen. En misschien wordt er binnenkort wat van ingelijst. 
We nemen afscheid en als ik in mijn auto stap, rijd ik warempel in één keer via de kortste route de rivierenbuurt uit, op weg naar huis.

Rinie van der Leer, 15 januari 2019

stijlvorm